Diez Irae = de dag van toorn heeft
Saint-Saëns geinspireerd tot de Dance Macabre. Zo kan het klimmen ook gezien worden als een dans op de rots. Als je een klimwedstrijd dan artistiek beschouwd als een (dag van het) oordeel over wie de slag overleeft dan kan er de opbouw van de partituur vrij vertaald worden naar de slag om BAZ...
De BAZ compositie opent met twaalf middernachtelijke
klokslagen, gespeeld op een harp. De opmaat door cello's en contrabassen introduceren de de BAZ speaker die de klimmers uit hun holen wekt. De speaker opent zijn vioolpartituur met een melodie in een verminderde kwint, ook wel duivelsinterval genoemd (G-D-A-Es in plaats van de reguliere vioolstemming G-D-A-E).
Via een thematische opbouw van strijkinstrumenten bereikt het stuk zijn majestuoso: in de verbeelding komen meer en meer klimmers uit hun holen en beginnen de dans op het strand. De ongeoefende klimmer danst een 7B en de topper klimt geen deuk in een pak boter. De speaker kent geen verschillen. Steeds voller en heftiger klinkt de melodie, alsof de klimmers door de wind worden opgejaagd, in het besef dat ze voor zonsopkomst teruggekeerd moeten zijn in hun holen.
Wanneer uiteindelijk de haan kraait, gespeeld op een hobo, is de dans abrupt voorbij en horen we de holendeuren weer dichtvallen. De speaker blijft als laatste achter, zittend op een boulderblok, en speelt op zijn viool een afscheidsmelodie.
Need I say more...?
(bron: wikipedia &
http://www.funnyartpictures.com/)